Kamp de Vecht werd in 1941 gebouwd in het kader van de werkverschaffing voor de ontginning van woeste grond. Het had een capaciteit van 192 bedden en behoorde tot één van de grotere werkkampen. Het is de verblijfplaats geweest van verschillende groepen mensen:
De eerste bewoners kwamen eind april 1941 en waren werkelozen uit Twente. Voor het zware werk dat ze moesten verrichten, kregen ze een mager loon, eten en enige vrijheid. Eind 1941, toen veel mannen naar Duitsland waren gestuurd om daar te werken, werd het kamp ontruimd.
Joods kamp
Begin 1942 werden alle Joodse mannen in Nederland opgepakt en naar werkkampen gestuurd. Op 8 april werden in kamp De Vecht 192 joden uit Amsterdam ondergebracht. Net als de werklozen uit Twente voor hen moesten de joodse mannen moesten onder toezicht van de Heidemij land ontginnen voor de graaf van Rechteren, die in de buurt woonde. Verder hebben de joodse kampbewoners gewerkt langs de rivier de Vecht in het "Veerland". Dit is het gebied pal naast de rivier en net buiten de dijk. Ook werden soms ploegen uitgezonden om in de nabijgelegen bossen te werken.
Ook nu moest er lang en hard gewerkt worden. Er werd een klein loon verdiend en het eten was karig. Het is bekend dat bakker Van Zijl uit het dorp twee keer per dag twee manden met brood moest afleveren. Jan Kloosterman, werkzaam bij de plaatselijke melkfabriek, leverde er iedere dag honderd liter melk af. De kampbewoners hadden een zekere mate van vrijheid. Ze konden boeren in de omgeving bezoeken, waar ze vaak wat aanvulling op hun rantsoen kregen. Ook maakten ze schilderijtjes die ze ruilden voor wat eten. In september van datzelfde jaar besloten de Waffen SS en de Politie Nederland om de in totaal 8000 Joodse mannen in de werkkampen in Nederland met hun families te "herenigen" in kamp Westerbork in Drenthe. Kamp De Vecht werd op 3 oktober 1942 ontruimd en de Joodse mannen werden met de trein naar Westerbork gebracht om vandaar naar de vernietigingskampen in Oost-Europa te worden gestuurd.
Opvangkamp
Kamp De Vecht stond leeg. Maar niet voor lang. In augustus 1942 besloot Hitler vaart te zetten achter de realisering van de 2685 km lange Atlantic Wall, een verdedigingwerk langs de westkust van Europa. Veel bewoners in het kustgebied werden geëvacueerd naar het oosten van het land. Zo kwamen in de winter van 1942-1943 vrouwen en kinderen uit Scheveningen het kamp De Vecht bevolken. De evacués maakten tot na de Bevrijding deel uit van de Dalfser gemeenschap. Hun kinderen kregen op de lagere school les samen met de kinderen uit het dorp.
Na de oorlog
In 1948 kwamen de barakken in bezit van de gemeente Dalfsen. Er was in de naoorlogse jaren grote woningnood en daarom besloot de gemeente de woonbarakken beschikbaar te stellen voor woningzoekenden. Meerdere gezinnen vonden er een tijdelijk onderdak. Geleidelijk zijn de barakken daarna afgebroken, de laatste in 1951. Het terrein is ingevuld met bos. Alleen het met gras overgroeide asfalt verraadt nog de plaats van de hoofdingang.
Let op: Deze cache alleen loggen tussen zonsopkomst en zonsondergang. Je auto kun je parkeren op het parkeer-coördinaat.
Symbool | Soort | Coördinaten | Beschrijving |
---|---|---|---|
Parkeerplaats | --- | Hier kun je parkeren |